PSYCHOLOOG

Voor de psycholoog is de Psychologencommissie bevoegd inzake tucht.

PLICHTEN

_
  • De psycholoog die, uit hoofde van zijn staat of beroep, in het bezit is van geheimen die hem werden toevertrouwd, is gehouden tot het beroepsgeheim overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek. De psycholoog is, ten allen tijde, gehouden tot een discretieplicht, zelfs wanneer de activiteit uitgeoefend door de psycholoog niet behoort tot de categorie van activiteiten die hem verplichten tot het beroepsgeheim.
  • Het gedeelde beroepsgeheim: De psycholoog kan op eigen verantwoordelijkheid vertrouwelijke gegevens waarover hij beschikt delen om de doeltreffendheid van zijn werk te optimaliseren. Hiertoe past hij de gebruikelijke cumulatieve regels betreffende het gedeelde geheim: Voorafgaande inlichting en akkoord van de bewaarder van het geheim, uitsluitend in het belang van deze laatste, beperkt tot wat strikt noodzakelijk is, uitsluitend met personen die aan het beroepsgeheim onderworpen zijn en die in het kader van eenzelfde opdracht handelen.
  • De psycholoog informeert zich over de eventuele conflictueuze context waarin hem om advies wordt gevraagd. In situaties van conflictueuze echtscheidingen respecteert de psycholoog de wet betreffende de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag.
  • Bij een aanvraag tot onderzoek van een kind door diegenen die het ouderlijk gezag uitoefenen, mogen de conclusies van het onderzoek alleen overgemaakt worden aan diegenen die het ouderlijk gezag uitoefenen.
  • In het kader van gerechtelijk deskundigen onderzoek weigert de psycholoog elke expertise (of officiële opdracht) betreffende cliënten of proefpersonen die hij heeft ontmoet in het kader van andere professionele relaties, ongeacht of deze al dan niet beëindigd zijn. De psycholoog-gerechtsdeskundige brengt alle personen die hij/zij bevraagt vooraf op de hoogte van het kader waarbinnen hij zijn opdracht vervult en wijst hen erop dat hij alle ingewonnen relevante informatie dient door te spelen aan zijn opdrachtgever.
  • De psycholoog belast met een onderwijs-of vormingsopdracht moet de discretieplicht en het beroepsgeheim naleven. De presentatie in persoon van een cliënt, proefpersoon of gemachtigde derde voor louter onderwijsdoeleinden is formeel verboden. Audiovisuele illustraties en directe observaties in het kader van een vorming zijn toegestaan voor zover de deelnemers verwittigd zijn over de deontologische normen en regels ter zake. De anonimiteit van de cliënt, proefpersoon of gemachtigde derde dient in elk geval gevrijwaard te worden.
  • De vrije en geïnformeerde toestemming van de cliënt, proefpersoon of van zijn wettelijke vertegenwoordiger is vereist voorafgaand aan elke handgeschreven, audiovisuele, informatica-of andere vorm van registratie van de gegevens die op hem betrekking hebben. Dit geldt eveneens voor de overdracht van gegevens ongeacht voor welk doeleinde deze overdracht gebeurt.
  • De houders van het ouderlijk gezag geven hun toestemming als vertegenwoordigers van een minderjarige, maar iedereen die dit geregistreerde klinisch materiaal voor opleidingsdoeleinden wil gebruiken moet rekening houden met de leeftijd die het kind op dat ogenblik heeft bereikt. Als het kind in tussentijd meerderjarig is geworden, moet men de toestemming vragen van de persoon die meerderjarig is geworden. Elke persoon behoudt het toegangsrecht tot de geregistreerde gegevens die hem aangaan, en alleen tot die gegevens. De psycholoog zorgt ervoor dat documenten die zijn opgesteld in het kader van zijn werk altijd op dusdanige wijze worden opgemaakt en bewaard dat zij het beroepsgeheim vrijwaren.
  • De psycholoog brengt deelnemers aan een groepssessie ervan op de hoogte dat een willekeurig aspect van het privéleven van één onder hen bekend kan worden gemaakt. Hij wijst op de plicht om de vertrouwelijke aard van de gegevens waarvan zij tijdens de sessie kennis kunnen krijgen, te respecteren.

INBREUKEN

_

Elke psycholoog dat door zijn gedrag afbreuk doet aan de waardigheid van zijn beroep en zijn plichten verzuimt, kan bepaalde tuchtstraffen oplopen.

Bij het vermoeden dat een psycholoog de regels uit zijn deontologische code heeft overtreden, kan een tuchtprocedure worden opgestart. Hiervoor moet de klacht aan drie voorwaarden voldoen. De klacht moet handelen:

  • over feiten die dateren na 25 mei 2014 (de inwerkingtreding van de deontologische code)
  • over een psycholoog ingeschreven op de lijst van de Psychologencommissie.
  • over het beroepsmatig handelen van de psycholoog of feiten uit het privéleven die daarop weerslag hebben.

TUCHTSANCTIES

_

De sancties zijn bij wet vastgelegd. Indien er sprake is van een deontologische fout kan de tuchtraad één van de volgende drie sancties opleggen:

  • een waarschuwing
  • een schorsing: het verbod om de titel van psycholoog in België te dragen gedurende maximum 24 maanden. De psycholoog wordt tijdelijk geschrapt van de lijst van psychologen en mag tijdens deze periode in België noch de titel van psycholoog dragen, noch het daarmee bedoelde beroep uitoefenen.
  • een schrapping van de lijst van psychologen: het definitieve verbod om de titel van psycholoog nog langer te dragen in België. De psycholoog wordt definitief geschrapt van de lijst van psychologen en de persoon moet in België de titel van psycholoog definitief afleggen en mag niet langer het daarmee bedoelde beroep uitoefenen. Hij/zij kan ten vroegste vijf jaar na de uitspraak een aanvraag tot eerherstel indienen bij de Tuchtraad. Dit eerherstel wordt slechts toegekend indien buitengewone omstandigheden dit rechtvaardigen.
    • Indien de psycholoog niet van Belgische origine is, maar afkomstig uit een ander EU-land, dan wordt ook de bevoegde instantie uit zijn land van herkomst ingelicht. Dit gebeurt in navolging van de Europese Richtlijn 2005/36/EG.  De gegevensuitwisseling gebeurt echter steeds op vertrouwelijke wijze.

De Tuchtraad kan een klacht ook laten vallen wanneer zij geen deontologische overtreding hebben vastgesteld.

VERLOOP PROCEDURE

_

De tuchtraad zal in eerste instantie bepalen of uw klacht in aanmerking komt voor een Tuchtprocedure. Indien dit het geval is,  wordt een onderzoek opgestart. Tijdens deze onderzoeksfase krijgt ook de psycholoog de kans om het klachtendossier in te kijken en zijn versie van de feiten te geven. Indien de Tuchtraad dit nodig acht, kan deze bijkomende informatie opvragen, getuigen oproepen of experten om advies vragen.

Op basis van de resultaten van het onderzoek beslist de Tuchtraad of de klacht gegrond is en of een sanctie is aangewezen. Zij doet dit na grondig overleg en bij meerderheid van stemmen. De deontologische code dient hierbij als toetssteen. Haar finale beslissing wordt bovendien telkens beargumenteerd.

BEROEP

_

De kamers van de Raad van beroep spreken zich uit over de beroepen ingeleid tegen de beslissingen genomen door de kamer van de Tuchtraad van hun taal. Indien de vervolgde psycholoog beroep wenst aan te tekenen tegen de sanctionering, richt hij zijn ondertekend verzoek aan de griffier van de Raad van Beroep. Hij heeft hiervoor één maand de tijd na ontvangst van de kennisgeving van de beslissing van de Tuchtraad.

De aanvraag van Beroep wordt door de griffier in het daartoe aangelegde register opgetekend onder een volgnummer, alsook brengt hij/zij de Psychologencommissie op de hoogte van dit beroep. Het tuchtdossier wordt opgevraagd aan de Tuchtraad. De Beroepsprocedure schorst de tenuitvoerlegging van de beslissing van de Tuchtraad. Een kopie van de beslissing van de Raad van Beroep wordt overgemaakt aan zowel de Tuchtraad als de Psychologencommissie.

De Beroepsprocedure verloopt analoog aan de tuchtprocedure.