De architect oefent zijn beroep uit hetzij als zelfstandige, hetzij als ambtenaar of beambte van een openbare dienst, hetzij als bezoldigde.

Ongeacht zijn statuut moet de architect de nodige onafhankelijkheid hebben om zijn beroep uit te oefenen overeenkomstig de opdracht die van openbare orde is en de regels van de plichtenleer, om aldus de verantwoordelijkheid op te nemen voor de daden die hij stelt.

Hij brengt de Orde onmiddellijk op de hoogte van elke wijziging in zijn statuut.

De architect moet het aantal en de omvang van de opdrachten die hij aanneemt aanpassen aan zijn persoonlijke mogelijkheden van tussenkomst, aan de middelen die hij kan aanwenden, en aan de bijzondere eisen die de belangrijkheid en de plaats van uitvoering van zijn opdrachten meebrengen.

De Orde van architecten heeft tot taak de voorschriften van de plichtenleer voor het beroep van architect te bepalen en ze te doen naleven. Zij houdt toezicht op de eer, de discretie en de waardigheid van de leden van de Orde in de uitoefening of naar aanleiding van de uitoefening van hun beroep. Zij doet aangifte bij de rechterlijke overheid van elke inbreuk op de wetten en reglementen tot bescherming van de titel en van het beroep van architect.

Wanneer een architect zich niet aan de deontologische regeling houdt zal de Orde van architecten optreden. Men kan bij de Orde van Architecten een tuchtprocedure opstarten dit kan ambtshalve gebeuren vanuit de Orde maar het kan ook na inlegging van een klacht.

De Orde kan overgaan tot het opleggen van onderstaande sancties:

• Waarschuwing
• Afkeuring
• Berisping
• Schorsing van de inschrijving in het register
• Schrapping van de inschrijving in het register

Het bureau van de raad onderzoekt de klachten ingediend tegen de personen die onder hem ressorteren en verwijst, zo nodig, het geval naar de raad.

De raad van de Orde kan geen tuchtstraf uitspreken tenzij de betrokken persoon, bij een ten minste dertig dagen vooraf toegezonden aangetekende brief, is uitgenodigd om te verschijnen op de vergadering van de raad tijdens welke zijn geval zal worden onderzocht.

De betrokkene mag zijn verweermiddelen mondeling of schriftelijk doen gelden.

De betrokkene mag zich laten bijstaan door een of meer advocaten of door één of meer leden van de Orde die de voorwaarden vervullen om tot lid van de raden van de Orde te worden verkozen.

De beslissingen worden onmiddellijk, bij aangetekende brief, aan de betrokken partijen en aan de nationale raad betekend.

Wanneer de betrokken architect het niet eens is met de opgelegde tuchtsanctie kan hij beroep aantekenen bij de bevoegde raad van beroep . Het dossier wordt samen met alle stukken overgemaakt aan de raad van beroep. Zodra er een hoger beroep is ingesteld tegen de tuchtbeslissing. Dient de griffier van de raad van beroep de Nationale Raad en de betrokken raad van de Orde schriftelijk en gelijktijdig in te lichten. Hierin vraagt de griffier ook het betrokken dossier op voor onderzoek. Als er stukken van het dossier aan de raad van beroep in kopievorm worden overgemaakt. Dient de secretaris van de raad van de Orde deze als gelijkvormig te verklaren.

De griffier nodigt het betrokken lid minstens dertig dagen voor de datum van verschijning om aanwezig te zijn tijdens de zitting. Deze zitting wordt door de raad van beroep is aangeduid. De griffier nodigt ook de andere partijen uit die beroep hebben ingesteld. De uitnodiging vermeldt de reden van verschijning en stelt het betrokken lid van de Orde ervan in kennis dat het dossier door hem in personae als zijn raadsman kan geraadpleegd worden. De griffier kan op vraag de voorzitter alle getuigen oproepen wiens aanwezigheid nuttig kan zijn.

De advocaat van het betrokken lid is de enige die van de griffier van de raad van beroep een kopie kan ontvangen van het dossier. Dit op verantwoordelijkheid van de advocaat zelf en op kosten van cliënt. Daarbij mag het dossier geraadpleegd door elk lid van de raad van beroep dat opgeroepen is om deel te nemen aan de zitting.

De betrokken architect dat wordt opgeroepen dient in persoon te verschijnen indien hij wenst zijn verdediging te laten gelden. De architect kan zich laten bijstaan door een raadsman. Als de architect in kwestie niet aanwezig kan zijn op de zitting van beroep kan de raad van beroep hem de toestemming geven om zich te laten vertegenwoordigen door zijn advocaat. De raad van beroep kan te alle tijden de verschijning van betrokken architect eisen. Dit wel alleen als de betrokken architect binnen de termijn van dertig dagen is opgeroepen geweest. Als betrokken architect zonder geldige reden afwezig is bij de zitting zal er een uitspraak bij verstek gedaan worden.

Het verslag wordt door de raad van beroep gehoord door de voorzitter of een ander lid dat door de laatstgenoemde is aangeduid. De voorzitter zal hier de debatten leiden, het woord geven, de vragen stellen en de debatten sluiten. Voor de leden is het ook mogelijk om vragen te stellen dit wel met voorafgaandelijke toestemming van de voorzitter. De debatten vinden plaats in openbare zitting maar kunnen na uitdrukkelijk verzoek van de betrokken architect achter gesloten deuren worden gehouden.

De beslissingen van de raad van beroep worden genomen met de meerderheid van de stemmen van de aanwezig leden. Dit met de uitzondering op volgende tuchtstraffen:

–           De weigering voor het inschrijven van stagiaires op een lijst of voor het inschrijven op een tableau van de Orde.

–           De weigering tot de uitoefening van het beroep van architect door een persoon dat beschreven staat in artikel 8 van de wet van 26 juni 1963.

–           De intrekking van de machtiging voor het beroep architect.

–           De schorsing of schrapping

–           De verlening van de stage of het weglaten van de lijst van stagairs.

Voor de laatstgenoemde straffen dient er een twee derden meerderheid te zijn. Bij staking van de stemmen dient men een beslissing te nemen die het gunstigst is voor de geïnteresseerde. De beslissingen over tuchtsancties dienen steeds in openbare zitting plaats te vinden en worden bekleed met een wettelijk kader. De leden die aan de beraadslaging en aan de debatten hebben deelgenomen dienen steeds samen met de griffier de uitspraak van de raad van beroep te ondertekenen. De tuchtuitspraken vermelden op het einde het volgende “Uitgesproken in openbare zitting op…”

De beslissingen worden per aangetekend schrijven aan de betrokken architect en aan de Nationale Raad meegedeeld. De griffier stuurt via aangetekend brief aan betrokken raad een kopie van de genomen beslissing van de raad ven beroep. Bij verstek genomen beslissingen zijn vatbaar voor verzet. Men dient binnen de termijn van dertig dagen en met aangetekende brief naar de betrokken raad te zenden. Dit op straffe van nietigheid.

Wanneer men het niet eens is met de genomen beslissing van de raad van beroep kan men in cassatieberoep gaan . Dit wel binnen de termijn van twee maanden na kennisneming van de beslissing. De aanvangstermijn begint te lopen van de dag na afgifte ter post van de aangetekende brief. Als betrokkene een onmogelijkheidsbewijs van betekening kan leveren zal de aanvangstermijn pas ingaan vanaf de datum dat hij in kennis is gebracht van de beslissing . De griffier geeft kennis aan de betrokken raad wanneer de beslissing van de raad van beroep kracht van gewijsde heeft gekregen en zend het dossier terug naar de laatstgenoemde.