ACCOUNTANT
Voor de accountant is het Instituut van de accountants en de belastingconsulenten bevoegd inzake tucht.
PLICHTEN
- De accountant is ertoe gehouden de wettelijke en reglementaire bepalingen alsmede de gebruikelijke controlenormen van het Instituut na te leven. Al naar gelang de omstandigheden zal hij eveneens rekening houden met de aanbevelingen van de Raad van het Instituut.
- De accountant is ertoe gehouden elke handeling of houding te vermijden die in strijd is met de waardigheid, de rechtschapenheid of de kiesheid, of die onverenigbaar is met de eerbied verschuldigd aan zijn confraters of met de onafhankelijkheid die de uitoefening van een vrij beroep kenmerkt.
- Teneinde de uitvoering van zijn toegekende opdracht mogelijk te maken, is de accountant ertoe gehouden in te gaan op elk verzoek om informatie, op elk uitdrukkelijk bevel en elke uitnodiging die hem gericht wordt door de Raad of door één van zijn afgevaardigden, en dit binnen de door de Raad gestelde termijn van minstens één maand.
INBREUKEN
Tuchtstraffen kunnen worden opgelegd aan accountants en belastingconsulenten:
- die in uitoefening van hun opdrachten als accountant en belastingconsulent, tekort gekomen zijn aan hun beroepsverplichtingen;
- die de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan het beroep ten grondslag liggen, hebben geschonden;
- die de rechten van de Schatkist manifest schenden of misbruik maken van de fiscale procedures bij de uitoefening van de activiteiten.
TUCHTSANCTIES
- waarschuwing;
- berisping;
- verbod om bepaalde opdrachten nog te aanvaarden of voort te zetten (max 1 jaar);
- schorsing voor ten hoogste een jaar;
- schrapping
De tuchtstraffen worden opgelegd en vastgesteld door onafhankelijke tuchtorganen, voorgezeten door een magistraat. Stagiairs zijn geen lid van het Instituut, maar staan wel onder zijn toezicht en tuchtbevoegdheid. De Stagecommissie kan de stagiair die de reglementen van het Instituut of de regels van plichtenleer niet naleeft, een tuchtstraf opleggen.
VERLOOP PROCEDURE
Een procedure kan opgestart worden naar aanleiding van een klacht of ambtshalve door de Raad. De Tuchtcommissie informeert de Hoge Raad over het gevolg dat zij heeft gegeven aan de klacht.
In het kader van het vooronderzoek kan de Raad alle informatie opvragen. De Raad kan een van zijn leden belasten met een onderzoek en de verslaggeving. Het lid tegen wie het onderzoek gevoerd wordt is volledige medewerking verschuldigd.
Het volledige dossier wordt na onderzoeken en verslaggeving voorgelegd aan de Raad. Bij beslissing om een tuchtprocedure aanhangig te maken moet duidelijk blijken dat het gaat om een beslissing van de Raad. De tuchtinstantie kan enkel oordelen over de door de Raad aangehaalde tekortkomingen of ten laste gelegde feiten, die opgenomen zijn in het verslag van de Raad.
Tijdens de behandeling behoudt de Raad de bevoegdheid om de klacht in te trekken, indien hij oordeelt dat er tegen het lid onvoldoende bezwaren bestaan.
De oproeping gebeurt met een uitnodiging om te verschijnen per aangetekende brief minimum 30 dagen voor de zitting (Tuchtcommissie) of 15 dagen voor de zitting (Commissie van beroep)
De beklaagde heeft recht op inzage van het dossier dat alle stukken moet bevatten. Het verweer gebeurt schriftelijk, of mondeling tijdens de zitting. De zittingen zijn openbaar, tenzij het betrokken lid behandeling achter gesloten deuren vraagt of een openbare procedure gevaar oplevert voor de goede zeden, de openbare orde, de nationale veiligheid, het belang van minderjarigen, de bescherming van het privé-leven, of de geheimhoudingsplicht.
De beslissing moet met redenen omkleed zijn.
BEROEP
Hoger beroep tegen de beslissingen van de tuchtcommissie wordt ingesteld bij de commissie van beroep.
De betrokken accountant of belastingconsulent alsook de Raad van het Instituut, de procureur-generaal bij her hof van beroep, de Minister van Financiën evenals elke betrokkene indiener van de klacht, kunnen hoger beroep instellen binnen de maand te rekenen vanaf de dag waarop de beslissing hen werd betekend.
Om ontvankelijk te zijn moet het hoger beroep ingesteld worden bij een ter post aangetekend schrijven aan de commissie van beroep, binnen de gestelde termijn.
De commissie van beroep kan enkel uitspraak doen indien de betrokken accountant of belastingconsulent ten minste vijftien dagen op voorhand met een ter post aangetekende brief verzocht is voor de commissie te verschijnen. De betrokkene moet de mogelijkheid krijgen tot inzage van het dossier.
Tegen de beslissing van de commissie van beroep kan cassatieberoep worden ingesteld.