PLICHTEN

_

Je voornaamste plichten zijn:

  • loyauteit, zorgvuldigheid en integriteit
  • waardigheid en hoffelijkheid
  • een correcte en neutrale houding tegenover de gebruikers van de openbare diensten
  • verbod om giften, beloningen of voordelen te ontvangen of te vragen
  • het vermijden van belangenconflicten
  • de vrijheid van meningsuiting maar de plicht tot discretie
  • verbod van cumulatie zonder voorafgaande toelating

Het niet-respecteren of het verwaarlozen van deze plichten  kan aanleiding geven tot een tuchtprocedure met als mogelijk gevolg een tuchtstraf.

INBREUKEN

_

Als ambtenaar moet je de wetten en de reglementen die van kracht zijn bij de overheid naleven. Als je deze regels niet naleeft, ben je in overtreding.

Elk verzuim aan de beroepsplichten of elke handeling die de waardigheid van de functie in het gedrang brengt, wordt beschouwd als een inbreuk.

Enkele voorbeelden van inbreuken:

  • niet-naleving van de richtlijnen die gegeven worden in het kader van de wetten en reglementen
  • een ongerechtvaardigde afwezigheid
  • een cumulatie zonder toestemming
  • gebrek aan integriteit en neutraliteit tijdens de uitoefening van de functie
  • bewust onjuiste verslagen opstellen
  • gebrek aan beroepsernst
  • gebrek aan respect voor collega’s
  • voordelen of giften ontvangen
  • je in een situatie met een belangenconflict plaatsen
  • feiten bekendmaken die betrekking hebben op de veiligheid en de bescherming van de openbare orde

TUCHTSANCTIES

_

Het statuut voorziet 5 tuchtstraffen die kunnen worden uitgesproken. Deze tuchtstraffen moeten in verhouding staan tot de ernst van de feiten (principe van proportionaliteit).

De 5 mogelijke tuchtstraffen zijn:

  • de terechtwijzing: Dit is de lichtste tuchtstraf met een eerder moreel karakter en geldt als waarschuwing.
  • de inhouding van wedde: De inhouding van wedde kan toegepast worden met een    minimumduur van één maand tot een maximumduur van 36 maanden. De duur van de toepassing van de inhouding kan afhangen van de ernst van de feiten.
    Het bedrag van de inhouding mag maandelijks niet hoger zijn dan 20% van de nettowedde.
  • de verplaatsing bij tuchtmaatregel: De ambtenaar krijgt een andere functie toegewezen dan de functie die hij uitoefende. Gedurende een periode van 18 maanden vanaf de datum waarop de straf is uitgesproken kan hij geen nieuwe aanwijzing of overplaatsing op zijn verzoek verkrijgen.
  • het ontslag van ambtswege: Deze tuchtstraf beëindigt de arbeidsrelatie tussen de ambtenaar en de federale overheid. Voor de gepresteerde periode bij de overheid blijft het recht op het ambtenarenpensioen behouden.
  • de afzetting: Dit is de zwaarste tuchtstraf. Ze beëindigt niet enkel de arbeidsrelatie tussen de ambtenaar en de federale overheid maar de ambtenaar verliest ook het recht op een ambtenarenpensioen voor de gepresteerde periode bij de overheid. Hij zal wel recht hebben op een pensioen zoals berekend in de privésector.

VERLOOP PROCEDURE

_

Oproeping:

De tuchtprocedure start met een oproeping door de bevoegde hiërarchische meerdere gericht aan de ambtenaar of door de minister gericht aan een houder van een management-  of staffunctie. De brief informeert de ambtenaar over de feiten die hem ten laste worden gelegd en bevestigt dat een tuchtprocedure tegen hem wordt opgestart.

De kennisgeving kan gebeuren op de volgende manieren:

  • door elektronische mededeling – waarvan ontvangst door de ambtenaar wordt bevestigd
  • door een aangetekende brief
  • door overhandiging in ruil voor een ondertekend en gedateerd ontvangstbewijs.

De oproepingsbrief vermeldt:

  • de feiten die ten laste worden gelegd
  • het recht van de ambtenaar om zijn standpunt met alle passende middelen te doen kennen
  • de geschonden normen
  • de in het statuut voorziene tuchtstraffen
  • dat het dossier betreffende de ten laste gelegde feiten ter beschikking ligt
  • het recht om bijkomende onderzoeksmaatregelen te vragen.

 

Hoorzitting:

De ambtenaar wordt gehoord door de aangeduide hiërarchische meerdere tussen de veertiende en de dertigste dag volgend op de ontvangst van de oproep. De ambtenaar kan de feiten weerleggen en mag getuigen oproepen.

De ambtenaar ontvangt de notulen van de hoorzitting, voegt er eventueel zijn bezwaren aan toe en bezorgt ze binnen tien dagen terug.

 

Toekenning:

Het dossier wordt binnen tien dagen vanaf de ontvangst van de teruggestuurde notulen door de hiërarchische meerdere verstuurd aan het directiecomité.

Het volledige dossier bevat een verslag met minstens de volgende elementen:

  • de feiten die worden ten laste gelegd
  • het verslag van eventuele getuigenissen
  • het proces-verbaal van de hoorzitting
  • eventuele bezwaren van de ambtenaar tegen het proces-verbaal

Het directiecomité roept binnen tien dagen na het aanhangig maken de ambtenaar op om te verschijnen. De hoorzitting vindt plaats tussen de twintigste en de dertigste dag na het aanhangig maken.

De oproeping vermeldt:

  • de datum van de indiening van het dossier
  • plaats , dag en uur van de hoorzitting
  • de plaats waar en de termijn waarbinnen het dossier kan worden ingekeken
  • dat de ambtenaar moet persoonlijk verschijnen en kan zich laten bijstaan door een persoon naar keuze

Indien de ambtenaar twee opeenvolgende keren niet opdaagt voor het directiecomité doet het directiecomité uitspraak op basis van het dossier.

Het directiecomité doet een uitspraak binnen een termijn van maximum twee maanden na het indienen van het dossier.

Het voorstel wordt binnen vijftien dagen aan de ambtenaar betekend. Bij ontstentenis van deze betekening binnen die termijn wordt het directiecomité geacht af te zien van de procedure voor de feiten die de ambtenaar ten laste worden gelegd.

BEROEP

_

Binnen twintig dagen na de betekening van het strafvoorstel kan de ambtenaar beroep aantekenen tegen het voorstel van het directiecomité.

Voor de ambtenaren van de FOD’s en de POD’s, wordt het beroep ingediend bij de raad van beroep inzake tuchtzaken. Deze raad van beroep is bevoegd voor de beroepen van alle ambtenaren, ongeacht hun niveau. De raad is samengesteld uit een Nederlandstalige en een Franstalige afdeling, en de taalrol van de ambtenaar bepaalt voor welke afdeling hij verschijnt.

De instellingen van sociale zekerheid en de federale instellingen van openbaar nut beschikken elk over een eigen raad van beroep inzake tuchtzaken. Hetzelfde geldt voor de houders van een management- of staffunctie.

Het beroep moet binnen de 20 werkdagen na de betekening van het voorstel van tuchtsanctie worden overgemaakt aan de Raad van Beroep.